Leestempo
1. Lettergrepig lezen
Ritmisch lettergrepig lezen bevordert de concentratie. Het lezen in lettergrepen is een basistechniek om ook moeilijke woorden te kunnen lezen. Het bevordert ook het lezen zonder fouten.
- Je leest samen met een volwassene de tekst aan een vast ritme, lettergreep per lettergreep.
- Je leest in een snel, vast ritme. Klop op tafel, 1 klop per lettergreep.
- Hou de eerste letter(greep) van elk woord vast in je mond. Terwijl hebben je ogen de tijd om de rest van het woord te ontcijferen. Lees daarna de rest van het woord.
- Je hoeft helemaal niet te stoppen als je fouten leest.
- De volwassene leest gewoon door en verbetert de fouten niet.
Waarom in ritme?
- Je geheugen houdt van ritme.
- Van ritme word je kalmer.
- Je gaat meer vanzelf of automatisch lezen.
- Je verbetert en oefent je concentratie.
Waarom in lettergrepen?
- Elke lettergreep heeft maar enkele letters. Dat is gemakkelijker voor je geheugen.
- Je leert doorlezen.
- Je leert je ogen regelmatig bewegen.
- Je leest gemakkelijker lange en moeilijke woorden in lettergrepen dan per letter.
2. Snellezen
Snellezen helpt trage leerlingen om hun ogen vlugger over de tekst te bewegen. Om ondertitels op TV en lange teksten in boeken en tijdschriften te lezen, is snel kunnen lezen absoluut nodig.
- Je leest samen met je kind de tekst zo snel mogelijk.
- Stop niet bij punten of komma's of als je kind fouten maakt.
- De volwassene leest gewoon door en trekt je mee doorheen de tekst.
- Je mag zelf bijwijzen met je vinger boven de regel die je leest. Doe dit met een lat of met je vinger..
- Lees de tekst (dagelijks dezelfde) samen luidop.
Waarom zo snel?
- Je leert je ogen snel en automatisch van links naar rechts bewegen.
- Je leert je ogen snel over de tekst te bewegen.
- Je leert doorlezen en volhouden.
- Je leert snel lezen: dat is nodig in het verkeer, als je een boek of tekst voor de eerste keer bekijkt en om snel iets te vinden in een tekst (diagonaal of scannend lezen).
3. Duolezen
- Een volwassene leest hardop mee en traint het kind om te volgen.
- Het kind volgt mee met de vinger of duid zelf aan wat de volwassene leest.
- Het kind hoeft niet alle woorden te lezen, het probeert vooral het tempo te volgen.
- Fouten worden niet aangeduid.
Waarom samen met een volwassene?
- Het lezen gaat sneller vooruit, wat de motivatie bevordert.
- Op deze manier oefen je ook op een vlotte oogbeweging.
- Als het kind niet meeleest met de mond maar enkel met de ogen, of de tekst van buiten opzegt, blijft er toch steeds een klank-tekenkoppeling tussen wat het ziet en hoort van de volwassene.
4. Herhaald lezen
Herhaald lezen betekent meerdere keren dezelfde tekst lezen.
Dagelijkse training is nodig . Spreek een vast uur af en werk op een vaste plaats. Blijf altijd geduldig. Dagelijks dezelfde tekst lezen bevordert het automatisch lezen. Leerlingen met leesmoeilijkheden moeten te veel aandacht besteden aan het verklanken van woorden. leerlingen zonder leesmoeilijkheden oefenen het automatisch lezen al van bij het begin. Daarom moet intens geoefend worden met teksten aangepast aan hun niveau. Leerlingen met leermoeilijkheden hebben dagen dat niets schijnt te lukken. Woorden die ze gisteren foutloos schreven, lukken vandaag niet. Dat is een normaal verschijnsel. Als het minder goed lukt, slinger dan geen verwijten naar het hoofd van uw kind . Hij of zij heeft er niet voor gekozen met die problemen geboren te worden. Het vraagt heel wat moed en motivatie zowel van de ouders als van het kind om te blijven geloven dat oefenen helpt.
Waarom herhaald lezen?
- Het kind kent de tekst en heeft geen angst voor onvoorziene struikelblokken.
- Het kind ontwikkelt een gevoel van vlot en automatisch lezen, wat de motivatie en het zelfbeeld positief bevorderen.
5. Vooruit kijken
- Gebruik een lat die de gelezen tekst bedekt.
- Leg de lat niet onder de regel maar erboven.
Waarom afdekken?
Je duwt de tekst op die manier als het ware vooruit.
Waarom boven de regel?
Snellezen is vooruit lezen. Door de tekst die je nog moet lezen af te dekken, missen je ogen noodzakelijke informatie: waar staat het leesteken, hoe lang is de zin?